De oorsprong van het idee is als goud. De druk van het concept is zwaar, maar zodra alles in balans is, is er de bevrijding, de zwaarte die daarna als een lichtheid wordt ervaren. Dat wat Martin Bril omschrijft als 'Een moment van klaarheid'.
Ik giet in een mal een container, op het moment dat ik je de container in handen geef is hij nog zacht genoeg om je handen zo te plaatsen alsof je degene die je lief hebt vast houdt. Dan komen jouw afdrukken in de klei. Daarna ga ik de vorm verder afmaken en drie keer stoken. Biscuit-. glazuur- en goudlusterstook.
Na de derde stook kan degene van wie je de adem wilt bewaren komen blazen en wordt de adem bewaard. Dat kan omdat er een ballon in de container wordt gestopt waarin wordt geblazen. De ballon sluit zich zelf. Daarna verzegel ik de container. De adem en jouw afdrukken zijn samen. Je houdt nu als het ware elkaars adem vast.
Dit is de eerste schets. Gezien de plek van het beeld moet het beeld een kwartslag worden gedraaid, dus de figuur komt er anders op te zitten. Gelukkig kon ik mooie foto's maken van een opgezette ram in het Hunebedcentrum. Die staat lekker stil. Nadat ik de ram had gemaakt, heb ik met de moulagetechniek een patroon gemaakt voor de jurk van de zittende figuur. Het is de eerste keer dat ik dit zo heb gedaan, dus ik ben benieuwd hoe de klei zich houdt in de oven. De klei is als een lap over een vorm heen gedrapeerd.
Dit keer heb ik gebruik gemaakt van mallen. En maakte ik voor mijn inspiratie veel tekeningen. Voor het uitzetten van de cirkel was ik weer blij met mijn wiskunde destijds. Het borduren deed ik met een borduur machine. Maar de plaats waar ik het woord ging borduren moest ik wel goed bepalen.
Mijn schetsontwerp was zo dat ik een figuur op een bank wilde maken waar je naast kon zitten. Maar uiteindelijk heb ik er voor gekozen om dit niet zo te doen. Dus een andere kleine schets gemaakt. Ik heb zelf een keer naast een beeld gezeten en dat voelde ongemakkelijk.Door de oven en de eigenschappen van de klei moet ik dan toch weer gaan aanpassen, maar ik wil wel altijd de intensie van het beeld behouden. De sokkel maken en het vervoer realiseren waren beiden niet makkelijk. Het beeld moest op de sokkel worden geschoven zonder dat de schoenen er afbraken. Samen met Bouwbedrijf Bouwers uit Dalerveen een sokkel ontwikkeld met een kist die het plaatsen en het vervoer vergemakkelijkten. Gelukkig was er op Vijversburg het juiste materiaal en ging alles vrij gesmeerd. De 'gedachten' in de bomen rondom het beeld opgehangen.
Een werk waar ik lang mee bezig ben geweest. Ik was vooral op zoek naar de juiste compositie. Omdat ik levensgroot wilde werken kostte het maken en stoken veel tijd. Ik heb de voorstellingen gebruikt die in de Middeleeuwen aan de Zonden werden gegeven en daar mijn eigen verhaal van gemaakt. Ik ben begonnen met de kleine schets en vervolgens heb ik alle aparte onderdelen gemaakt. Deze heb ik wel steeds met Photoshop aan elkaar geplakt zodat ik een idee kreeg van de compositie en de lijnen. Hier zie je het onderstuk van de hond. De halve wolf in een tent en het achterstuk van de ezel in de oven.
Na de eerste kleischets begonnen met het uitsnijden van de lino. Ik heb eerst de tekening op de lino overgebracht met speciaal papier. Daarna de grote lijnen uitgesneden en vervolgens dat weer helemaal uitgesneden. Ik houd wel mijn voorbeeld erbij zodat ik de richting van de verfstreken kan meenemen bij het uitsnijden. Nog een tweede schets in klei gemaakt, met een andere achtergrond, ik kan dan straks zien of dat werkt in het groot. Ook heb ik een mal gemaakt van een patroon dat ik misschien wil gebruiken en ben ik begonnen met het kussen.
Het schilderij dat ik voor het kussen heb gebruikt is van Floris van Dijck. Voor de oren en de poten van de haas moest ik steunen maken om niet het risico te lopen dat de oren tijdens de stook achterover zouden klappen. Ook tijdens het bouwen gebruik ik heel veel steunen, zodat ik de volgende dag niet voor verrassingen kom te staan.
Op het kussen bevindt zich in een print een schilderij van Van der Schoor. Een schilderij gevuld met schedels, knoken en vergankelijke materialen. Daar heb ik een uitsnede uit genomen. Ik heb een lap klei over een kussen gelegd, dan alles omgedraaid, het kussen er uit gehaald en aan de onderkant dichtgemaakt. op de derde foto de eerste aanzet van de aap, ik doe altijd eerst een ruw iets waar ik nog aan kan duwen en trekken om alles in model te brengen. Op de vierde foto zet ik de schedel zo, dat ik met de aanzet van de armen kan beginnen. Het bakje met zand diende ervoor dat ik de schedel kon zetten op de plaats waar ik hem wilde hebben.
Op de foto's zie je mijn idee, uitgevoerd met een overhemd en viltstift. Het kostuum van Napoleon heb ik gehaald van een schilderij van David. Ik moest eerst van mijn paspop een man maken. Daarna heb ik met een oud laken het hele kostuum op de paspop gemouleerd en van deze patronen het kostuum genaaid. De Gouden Bij zit als penning in het vest. Napoleon wilde gelijk zijn aan Karel de Grote, die gouden bijen op zijn mantel had. De binnenkant van het vest heb ik daarom met gouden bijen geborduurd.
Op de foto's zie je de uitwerking van mijn idee. ik wilde weten of de combinatie 3D en 2D mooi zou zijn. Uitgevoerd met blauw schuim en tape. Op de tweede foto het maken van het blad aan de steel. Alle stelen heb ik getrokken. Van het blad van de narcis, de kelk en de bloembladen heb ik malletjes gemaakt. Als ik een bloem klaar had, maakte ik zes torentjes, zodat de narcissen rechtop gestookt konden worden. In de bak, samen met een vriend gemaakt, ging 140 kilo zand. Op een na alle narcissen hebben een andere eigenaar gevonden. In het tegeltableau is weer een narcis te zien.
Op de foto's is het maakproces van de vlinders te zien. Eerst heb ik een mal gemaakt van het vlindermodel dat ik wilde, toen alle vlinders van een patroon op hun vleugels voorzien, de randen van de vlinders voorzien van glazuur en daarna van goudluster, een stuk gaas genomen, daar stof om gedaan en daarop alle vlinders genaaid. Als draad gebruikte ik messingdraad waarvan de uiteinden meteen de voelsprieten werden.
Een penning heeft als kenmerk dat je hem vast kunt houden. De penning houd ik daarom in mijn handen en neem de palm van mijn hand als grootte. Met een mes heb ik een sleuf gemaakt zodat hij kon hangen. Het jaartal heb ik er in gestanst. De penning heb ik in mijn atelier opgehangen.
Mijn idee was om het spiegelbeeld van Narcissus te maken. Het eerste gezicht vond ik te veel gezicht, daarna heb ik het meer geabstraheerd. Met behulp van mallen heb ik zes dezelfde gezichten gemaakt en ze daarna in het water net onder de waterspiegel geplaatst.
Ik heb goed gekeken naar de kraaien bij ons in de tuin. Ik had in de tuin een klein model van zaad gemaakt. Steeds als de kraaien kwamen heb ik foto's gemaakt, daarvan maakte ik tekeningen en die werden steeds abstracter. Toen ik tevreden was heb ik deze tekening op ruitjes papier gemaakt zodat ik hem uit kon meten en groot in het gras kon uit zetten. Dat heb ik gedaan met Mikadostokjes en afzetlint. Toen het zaad opkwam werd de figuur van het ingezaaide zaad zichtbaar.
Dit beeld heb ik gemaakt bij Goedewaagen in Nieuw-Buinen, tijdens een werkweek met andere keramisten die ook groot werk maken. Het was hard werken. Het onderste gedeelte heb ik daar gemaakt. De staande figuur in mijn eigen atelier. Ik moest wel een stellage maken van hout om de figuur rechtop te kunnen houden totdat die in gedeelten de oven in ging.
Het was duidelijk dat het een beeld moest gaan worden met een omarming van rozen. Zoveel mogelijk kleine schetsen gemaakt. Daarna ben ik begonnen met bouwen en het plaatsen van de rozen. Als ik ze met slib had vastgezet, fixeerde ik ze daarna nog extra met satéprikkers. Het beeld is in twee gedeelten gebouwd. Omdat het bovenste deel het onderste overlapt heb ik de bovenkant van het onderdeel twee keer moeten maken, zodat na de stook de delen goed op elkaar zouden passen.
Ik had wel al meteen het idee van de bootjes en ben aan het 'zoeken' gegaan. Omdat ik vaak kleine bootjes vouw van theezakjes, leek het me goed om die vorm uit te proberen. Voor het bewegen had ik een halve bol nodig dus daar moest ik een mal van maken. Als laatste kwamen de letters, voor ik de goede manier had gevonden heb ik deze ook in veel variaties voor mijn neus gehad.
Op de eerste foto is de aanzet te zien van de jurk. Omdat er veel rechte hoeken in zaten, heb ik veel gebruikt gemaakt van een geodriehoek. Voor de reliëfs heb ik veel foto's van mezelf gemaakt met de zelfontspanner. Als houthakker, boer, tamboer etc. Dan had ik houvast voor het boetseren. Voor de kleding uit die tijd heb ik kostuumboeken geraadpleegd, voor de wapenuitrusting het legermuseum en voor de kleding van bisschoppen, het Catarijnenconvent. Op de derde foto het hele beeld, maar nog niet gestookt. De lappen zitten er tussen om de delen afzonderlijk in de oven te kunnen plaatsen. Daarna een foto van het beeld bij de plaatsing in het gemeentehuis.
De fabrieken van Willem Pont, die vroeger op dit eiland stonden, dragen 'het water'. Dit werk heb ik gemaakt in samenwerking met een glaskunstenaar. Omdat ik graag wilde dat je ook van onderaf naar het beeld kon kijken, was glas daarvoor de juiste materiaal keuze. Het stratenplan en het groen heb ik geabstraheerd in het 'water' dat de vorm van het eiland heeft. De glaskunstenaar heeft daarna de verschillende glaslagen samen gesmolten. De diverse huizentypes van Het Eiland heb ik gefotografeerd en daarvan een model gemaakt. De karakteristieken zijn met goudluster geaccentueerd. Het goudluster zorgt ook voor een tinkeling in het 'water'.
De eerste schetsen van mijn idee heb ik op de computer gemaakt. Nadat ik tevreden was heb ik dit model als tegels uitgeprint, alle losse onderdelen daarvan overgetrokken en apart uitgeknipt. De drukste tegel in het midden heb ik als proef gemaakt om te zien wat de werking was van licht en schaduw. Daarna het tegeltableau in zijn geheel gemaakt.
Ik wilde kijken of ik een illusie van een schaduw kon geven die er niet kon zijn. Ik kwam op het idee door een schaduw van een plant die ik op de grond zag. Eerst geprobeerd of een schaduw zonder plant zou werken. Toen heb ik gekeken of de plant en de schaduw verschillend zouden kunnen zijn. Dat bleek niet het geval, dat vond ik niet goed. Daarna mijn plant belicht en op zwart karton de schaduw nagetekend en deze uitgeknipt. Deze schaduw is uit metaal gesneden, daarna heb ik de vensterbank gemaakt.
De gebouwen die ik hiervoor koos, daarvan waren de ramen waar het spiegelglas achter werd gezet, geen ramen waar doorgekeken werd. Het waren doorgaans leegstaande gebouwen, ramen die geblindeerd waren of magazijnen. Toen ik door Venlo liep om op zoek te gaan naar gebouwen die voor mijn project in aanmerking kwamen viel het me op hoe jammer dat is in een stadsbeeld. Een mooie omgeving naar binnen trekken geeft dan het gebouw een totaal ander aanzien. Op de tweede foto is er een soort van Eijck effect. Je ziet mij in het raam fotograferen en de fietser kijkt weer naar mij.
Bij de eerste schets waren de takken van de kroon te dun, die braken steeds af en ook vond ik uiteindelijk twee figuren niet mooi. Ik ben op zoek gegaan naar een nieuwe vorm voor de kroon. Daarna steeds goed gekeken hoe ik de andere onderdelen in elkaar zou plaatsen omdat ik wilde dat bij elke opstelling er een mooie compositie zou zijn.
Hier was mijn uitgangspunt de fotosynthese. Heb veel uitvergrotingen gezocht van huidmondjes. Deze heb ik extra groot weergegeven en met goudluster geaccentueerd. Om te kunnen zien of het bovenste stuk in harmonie was met de twee onderste delen heb ik dat steeds met een lier naar boven gedraaid.
Dit beeld bestaat uit vijftien onderdelen die allemaal afzonderlijk de oven zijn ingegaan. Ze waren te zwaar om zo te tillen dus heb ik dat met een lier gedaan. De armen en de mouwkappen heb ik aan het lijfje gelijmd. De rest van de onderdelen konden door hun zwaarte gewoon gestapeld worden. Op de stoel kon je tussen de rokken van Maria zitten en haar gedichten lezen. Ik had plakkers op de onderdelen gedaan die bij elkaar hoorden, dat maakte het in elkaar zetten eenvoudiger.
Het mooiste vind ik altijd als penning en houder zijn geïntegreerd. Ik heb eerst de penning aan de muur gehangen, maar dat vond ik niet mooi met betrekking tot de ruimtelijkheid. Toen ik de penning in mijn hand nam zag ik de ruimte eronder, maar ook mijn hand als kader. Met behulp van een aluminiumschijf de penning een kader gegeven, maar de eerste vond ik toch te dicht. Daarom een tweede schijf gemaakt met een opening in het midden, dat gaf precies het juiste gevoel.
De woorden, die werden aangeleverd door de bewoners van Den Helder, heb ik samen met Anne Verhoijsen op hun eigen, door hen aan ons gegeven, T-shirt geborduurd. Al deze T-shirts hebben we op elkaar genaaid tot een grote stapel. Op de laatste twee foto's werk het afgedekt vlak voor de onthulling in het gemeentehuis, en het werk na de onthulling.